zaterdag 5 oktober 2024

VVV – Cambuur Leeuwarden

‘Als je over schiet kan je nooit scoren. Als je hem naast schiet kan de keeper hem nog corner tikken, of er staat misschien een verdediger en je kan een rebound krijgen. Maar over, dat is niets. Wat ik daarom ook vaak doe: als spelers over schieten, moeten ze opdrukken. Die bal moet op doel.’
Hele dag door m’n hoofd gespookt, deze beschouwing van VVV-trainer John Lammers nadat ik haar gistermorgen had gelezen in De Limburger.  

‘Als je over schiet kan je nooit scoren.’ Klopt als een bus, waarheid als een koe, spijker op z’n kop.

‘Als je hem naast schiet kan de keeper hem nog corner tikken, of er staat misschien een verdediger en je kan een rebound krijgen.’ Eens. Hoewel naast meestal gewoon naast is. Zoals over meestal gewoon over is.

‘Maar over, dat is niets.’ ‘Over is wel degelijk ook iets’, zal elke filosoof zeggen. In elk geval elke filosoof van de koude grond. Als over niets zou zijn, zou dat mutatis mutandis ook voor naast moeten gelden. Ook als je over schiet kan de keeper hem nog corner tikken, hoe overbodig die handeling ook is: een schot dat over gaat, hoeft de keeper niet over te tikken. Net zoals de keeper een schot dat naast gaat, niet naast hoeft te tikken. En verder kan ook een schot dat over gaat een rebound krijgen, omdat een schot dat over gaat tijd en ruimte nodig heeft om op te stijgen en in die fase reboundbaar is.

‘Wat ik daarom ook vaak doe: als spelers over schieten, moeten ze opdrukken.’ Als John zegt dat hij dat doet, geloof ik hem. Bij de effectiviteit van deze maatregel zijn wel vraagtekens te zetten. Leidt belonen niet tot betere resultaten dan straffen? Werkt opdrukangst niet verlammend? Wordt de verleiding niet te groot om voortaan elk schot te drukken? Of erger nog: helemaal niet meer te schieten?

‘Die bal moet op doel.’ Ik zou eerder zeggen “Die bal moet in het doel”. Hoe maakt niet uit: met de kop, met de voet, met de kont, met de hak, met de schouder, met het oor, met de penis, met de knie, met de neus, met het scheenbeen, met de wimpers, met de kleine teen.


Ik besloot VVV-Cambuur Leeuwarden te bekijken met in m’n achterhoofd de verhandeling van John Lammers. Cambuur schoot dat het een aard had. Cambuur bleef maar schieten. Op, over, naast en één keer in het doel. VVV schoot gedurende de hele wedstrijd één keer. En nog op doel ook: Gyamfi, 64e minuut, gevaarloos schotje van een meter of twintig, eenvoudige prooi voor de Cambuur-doelman. Met enige goede wil zou je ook de inzet van Pöpperl in de 84e minuut (redding Cambuur-doelman) nog een schot kunnen noemen. Daar bleef het dus bij.

Conclusie van de koude grond: verlamd als gevolg van door opdrukangst veroorzaakte schotangst verliest VVV van Cambuur.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten