donderdag 27 december 2018

Lars (3)


Dit weekend in de Sint-Lambertuskerk in Horst: Altaarnatief, een expositie van hedendaagse kunst. Eén van mijn twee bijdragen daaraan is gewijd aan … Lars Unnerstall.


'Turek, du bist ein Fußballgott!', riep Herbert Zimmermann al in 1954 uit in zijn radioverslag van de finale van het WK voetbal tussen West-Duitsland en Hongarije.

De rituelen, de lofzangen, de verafgoding van de spelers, de tweewekelijkse pelgrimage naar de voetbaltempel, de parafernalia, de gewaden, het geloof in wonderen, de devotieprentjes die bekend staan onder de benaming 'voetbalplaatjes', de spreekkoren, het vastleggen van de heldendaden in boeken: de parallellen tussen voetbal en religie zijn onmiskenbaar. Met in elk geval dit verschil dat voetbalroem vergankelijk is, de heiligen van de groene mat valt slechts een tijdelijke verering ten deel. Zie Toni Turek (1919-1984): de Fußballgott uit 1954 is intussen danig in de vergetelheid geraakt.

VVV Venlo heeft vele heiligen gekend, van Faas Wilkes tot Michael Uchebo en van Pietje Pala tot Keisuke Honda. De Venlose voetbalheilige van het moment is Lars Unnerstall (Ibbenbüren 1990; 1,98 meter; 100 kilo). Net als Toni Turek Duitser, net als Toni Turek keeper. Heiligen zijn herkenbaar aan attributen, die een deel van hun levensgeschiedenis vertellen. De attributen van de Heilige Lars ('Larsje' voor de gelovigen) zijn de lat en zijn keepershandschoenen.


De Heilige Larsje is vandaag (19.30 – 22.40 uur), morgen (12.30 – 17.30 uur) en overmorgen (12.30 – 17.30 uur), samen met een kleine veertig andere, prachtige kunstwerken, te zien in de Sint-Lambertuskerk in Horst. De toegang is gratis. Op bezoekers van De Heilige Larsje ligt een kleinigheidje te wachten waarmee zij hun devotie tot de Onwankelbare Toren ook thuis tot uiting kunnen brengen.

De Heilige Larsje is onder meer tot stand gekomen dankzij de medewerking van de AMC Zengers, Kenny Jansen en Ruud Lenssen. Daarvoor wil ik hen ook vanaf deze plaats graag dank zeggen.  

zondag 23 december 2018

Vitesse – VVV (2)

Hoe het verder ging met de slotenmakersmaffia, waardoor ik vorige week Vitesse-VVV miste én 750 euro lichter werd (klik hier voor de eerste aflevering):

zondag 16 december, 23.24 uur – zo ongeveer voor het eerst in m’n leven staat SBS6 op: heb van deze en gene het advies gekregen naar Stegeman op de bres te kijken. Daarin namelijk aandacht voor oplichtingspraktijken van slotenmakers. Na gisteren is het allemaal vrij herkenbaar. Met dit verschil dat mijn 750 euro de daarin genoemde bedragen ver overtreffen.  
  
maandag 17 december, 8.53 uur – gebeld met het kantoor van de slotenmaker voor de factuur, zoals de slotenmaker zaterdagavond had geadviseerd.
‘Een factuur? Natuurlijk meneer, geef me uw e-mailadres en u hebt haar vóór twaalf uur in huis.’
‘Met wie heb ik gesproken?’
‘Met Adem.’
‘En uw achternaam?’
‘Die mag ik uit privacyoverwegingen niet geven.’

maandag 17 december, 9.31 uur – gebeld met de verzekering.
‘Nee, helaas valt het laten openen van een slot niet onder de inboedelverzekering.’
‘Maar de slotenmaker zei van wel.’
‘Dat beweren ze altijd, ja!’

maandag 17 december, 12.01 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker.
‘U heeft geen factuur ontvangen? Geef me uw e-mailadres en u hebt haar vóór vijf uur in huis.’
‘Maar ik zou de factuur vanochtend al ontvangen.’
‘Meneer, het was vanochtend zó druk dat we daar helaas niet aan zijn toegekomen.’
‘Ok, maar om vijf uur wil ik haar écht hebben.’
‘Komt in orde, meneer.’
‘Met wie heb ik gesproken?’
‘Met Adem.’
‘En uw achternaam?’
‘Die mag ik uit privacyoverwegingen niet geven.’
Overigens heeft deze Adem een heel andere stem dan de Adem van 8.53 uur.

maandag 17 december, 17.02 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker.
‘Meneer, ik ben er net mee bezig, u heeft de factuur binnen een paar minuten in huis. Geef me wel voor de zekerheid nog even uw e-mailadres.’
‘Met wie heb ik gesproken?’
‘Met Adem.’
‘En uw achternaam?’
‘Die mag ik uit privacyoverwegingen niet geven.’
Overigens heeft deze Adem een heel andere stem dan de Adem van 8.53 uur en de Adem van 12.01 uur.

maandag 17 december 17.24 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker.
‘U heeft geen factuur ontvangen? Dat is vervelend, meneer.’
‘Maar er is me vandaag al drie keer beloofd dat ik een factuur zou krijgen!’
‘Meneer, de mensen van de administratie zijn nu weg, ik kan helaas niets voor u betekenen.’
‘Wanneer kan ik de factuur dan verwachten?’
‘Morgenvroeg tussen zeven en acht uur.’
‘Met wie heb ik gesproken?’
‘Met Adem.’
‘En uw achternaam?’
‘Die mag ik uit privacyoverwegingen niet geven.’
Overigens heeft deze Adem een heel andere stem dan de Adem van 8.53 uur en de Adem van 12.01 uur en de Adem van 17.02 uur.

maandag 17 december, 18.40 uur – bericht van Peter Janssen, die in het stukje van gisteren heeft gelezen dat ik de VVV-voetbalplaatjes van Jumbo spaar. ‘Ik heb het boek voor je en heel veel plaatjes dubbel. Kom dadelijk in de buurt, kan het wel even langs brengen als je wilt?’

maandag 17 december, 19.08 uur – Peter komt me een hele doos met voetbalplaatjes brengen plus het album! Heb weer een doel in mijn leven!


maandag 17 december, 22.58 uur – honderd plaatjes ingeplakt. Nog driehonderd te gaan.

dinsdag 18 december, 8.01 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker.
‘Geen factuur, meneer? Dat is vervelend.’
‘Maar ik zou de factuur tussen zeven en acht ontvangen.’
‘Weet ik niets van.’
‘Kunt u me dan doorverbinden met de administratie?’
‘Nee, meneer, dat gaat niet.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat het niet gaat.’
‘Met wie heb ik gesproken?’
‘Met Adem.’
‘En uw achternaam?’
‘Die mag ik uit privacyoverwegingen niet geven.’
Overigens heeft deze Adem een heel andere stem dan de vier Adems van gisteren.

dinsdag 18 december, 11.47 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker.
‘Geen factuur, meneer? Dat is vervelend.’
‘Maar wanneer krijg ik de factuur dan?
‘Weet ik niet, meneer. Misschien vandaag, misschien morgen, misschien volgende week.’
‘Maar dat kán toch niet?’
‘…’ [verbinding verbroken]

dinsdag 18 december, 14.16 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker. Verbinding wordt meteen verbroken.

dinsdag 18 december, 15.03 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker. Verbinding wordt meteen verbroken.

dinsdag 18 december, 15.49 uur – naar politiebureau om aangifte te doen van oplichting. Kan niet, krijg ik te horen: de politie is er alleen voor strafrechtelijke zaken en niet voor civielrechtelijke.
‘Bij wie kan ik dan terecht?’
‘Bijvoorbeeld bij Radar of de Consumentenbond.’
‘Is er dan geen overheidsinstantie voor dit soort dingen?’
‘Nee. Of wacht; de Ombudsman misschien.’

dinsdag 18 december, 22.32 uur – tweehonderd plaatjes geplakt. Op de helft.


woensdag 19 december, 9.33 uur – géén factuur. Gebeld met het kantoor van de slotenmaker. Verbinding wordt meteen verbroken. Ik geef het op, neem m’n verlies. Ombudsman heb ik ook geen zin meer in.

zondag 23 december, 17.49 uur – hé, op plaatje nummer 369 kom ik (uiterst rechts) warempel een bekende tegen! Aanwijzing: zijn voornaam is niet Adem.


zondag 23 december, 20.17 uur – vol! Op 38 plaatjes na dan.

zaterdag 22 december 2018

VVV – PEC Zwolle


1. De man schuin achter me
De man schuin achter me is ook deze keer weer goed voor een slechte grap. Ditmaal: ‘’t Schip zinkt.’

De man schuin achter me zegt ook deze keer weer bij elke corner tegen z’n partner: ‘Let op! Promes gaat scoren!’ Totdat Promes aan het einde uit veiligheidsoverwegingen niet meer mee naar voren gaat bij corners. Nu is het: ‘Let op! Mlapa gaat scoren!’ Ook Mlapa scoort niet uit een corner.

De man schuin achter me neemt ook deze keer weer uiteindelijk het oordeel van z’n partner over. Die zegt nu na een kwartier: ‘Linthorst speelt geweldig.’ Hij: ‘Mwah, nee hoor, hij maakt steeds een pirouette bij de aanname.’ Later: ‘Linthorst speelt eigenlijk best goed.’ Weer later: ‘Linthorst speelt goed.’ Nog later: ‘Linthorst speelt heel goed.’ Op het laatst: ‘Linthorst speelde geweldig, hij was de uitblinker, samen met Joosten.’


2. Evert Linthorst
Linthorst speelde inderdaad geweldig. Onbevangen, durf, balvast, techniek, inzicht, overzicht. De jongste, maar misschien wel het meest volwassen van allemaal. Wist als enige af en toe rust te brengen, nu Susic het voor één keer liet afweten. Hij doet me denken aan iemand, kom er verdorie alleen niet op aan wie. Ja, een beetje aan Barry Maguire, maar dan alleen qua uiterlijk, niet qua stijl.


3. De mail na afloop
Twee uur na afloop komt een mail van VVV binnen. Fragment: ‘Een hoofdrol voor Patrick Joosten in de laatste wedstrijd van 2018. Met een versierde penalty en de 2-0 had hij een groot aandeel in alweer de vierde thuisoverwinning van dit seizoen!’ Een versierde penalty? Hoe komen ze daar nu weer bij? Als ooit een penalty niet versierd was, dan toch wel deze?


4. Fazit
Fazit is een Duits woord. Het betekent zoveel als ‘conclusie’. Alleen is Fazit een veel mooier woord dan conclusie. Fazit na de eerste seizoenhelft: meer punten dan gedacht, minder aantrekkelijk spel dan gehoopt. Veel geVAR, weinig (doel)gevaar. Vito van Crooy en Leemans zijn misbaar, Post en Seuntjens onmisbaar. Te veel lengte, te weinig brille. Kum is geen linksback, Opoku geen rechtsbuiten. Fleuren in Oranje, Unnerstall in die Mannschaft.

zaterdag 15 december 2018

Vitesse – VVV (1)

17.52 uur – de bel gaat. Kan m’n sleutel weer eens niet vinden. Open met de reservesleutel. J.! Altijd leuk en gezellig als J. er is. En al helemaal als J. me voetbalplaatjes komt brengen. Wel een kort genoegen ditmaal: ik moet uiterlijk om 18.20 uur weg zijn om de trein van 18.46 uur naar Arnhem te kunnen halen.

18.22 uur – J. weg

18.24 uur – in recordtempo drie t-shirts, een trui, twee paar sokken en twee broeken aangetrokken om de Arnhemse kou te kunnen trotseren.

18.26 uur – eindelijk klaar voor vertrek. Trek de deur achter me dicht. Doe de deur op slot. Verrek, lukt niet. Wel godverdegodver, de reservesleutel van 17.52 uur aan de binnenkant laten zitten! Kom m’n huis dus niet meer in. Nu niet, maar om 00.57 uur – geplande terugkomsttijd uit Arnhem – ook niet. Vitesse – VVV als tribuneklant aanschouwen kan ik wel vergeten.

18.37 uur – slotenmaker gebeld

19.27 uur – slotenmaker arriveert. Somt de gepeperde tarieven op, waar nog eens honderd procent bovenop komt, want het is na 18.00 uur in het weekend. Heb ik een inboedelverzekering? Ja? Dan niets aan hand, want die vergoedt alles. Opluchting.

19.34 uur – de slotenmaker wrikt wat, schuift wat, duwt wat en opent de deur. In minder dan vijf minuten. Knap staaltje werk, niet eens een nieuwe cilinder nodig. Of ik contant geld in huis heb? Een beetje slechts, maar ik kan toch wel bij hem pinnen? Nee, kan niet. Samen op naar de pinautomaat dan maar.

19.47 uur – hoeveel moet ik pinnen? ‘750 euro.’ Hóeveel? ‘750 euro’. Nou ja, de verzekering betaalt.

19.51 uur – de slotenmaker overhandigt me een kwitantie.
‘Een kwitantie, geen factuur?’
‘Nee, bedrijven krijgen een factuur, particulieren een kwitantie.’
‘Maar dat accepteert de verzekering toch niet?’
‘Jawel hoor. En anders bel je maandag even naar kantoor voor de factuur.’
‘Toch een beetje vreemd.’
‘Zeg je nu dat ik lieg?’
‘Nee, ik zeg dat ik het een beetje vreemd vind.’


20.02 uur – thuisgekomen bekijk ik de kwitantie. Wel godverdegodver. De klootzak! Heeft bij ‘bedrag’ ingevuld ‘betaald volledig’ en helemaal niets bij ‘bedrag in letters’. Hoe kan ik nou ooit nog bewijzen dat ik 750 euro heb betaald? En wat als ik maandag een factuur krijg van laten we zeggen 250 euro? Krijg ik wel een factuur? Kan ik überhaupt wel aantonen dat op 15 december 2018 om 19.34 uur een slotenmaker mijn voordeur heeft geopend?

20.19 uur – kantoor gebeld, m’n relaas gedaan. Klinkt inderdaad verdacht, beaamt de dienstdoende kantoormedewerker. Betoont medeleven. Heeft meegeschreven, gaat er achteraan. Maandag hoor ik meer. Mooi! Biedt enige hoop!

20.31 uur – wacht eens even: de dienstdoende kantoormedewerker zit natuurlijk ook in het complot! Stuurt me maandag een factuur van laten we zeggen 250 euro en deelt de resterende 500 euro met z’n partner in crime. 500 euro naar de gallemiezen.

20.43 uur – met de pest in m’n lijf zet ik de televisie aan. Evert ten Napel is commentator in Arnhem – ook dat nog.

21.16 uur – zouteloze pot. Totdat Kum verkeerd passt, de bal uiteindelijk terechtkomt bij Ødegaard, Ødegaard Kum twee keer te kakken zet en Ødegaard scoort.

22.12 uur – ‘Je krijgt in elke wedstrijd altijd een kans’, zegt Evert. Klopt. En toch zie ik dat bij dit dramatische VVV niet gebeuren.

22.16 uur – Mlapa krijgt een kans. En scoort. 1-1. En 1-0 voor Evert.


22.20 uur – Gong zet Kum te kakken, zet voor en Darfalou scoort. 2-1.

22.34 uur – Vitesse – VVV: 2-1. Evert – ik: 1-0. Slotenmakersmaffia – ik: 750-0. Mijn bestaan heeft wel eens vrolijker momenten gekend.

zondag 9 december 2018

VVV – FC Groningen

Hotseknotsebegoniavoetbal (© Bert Jacobs zaliger gedachtenis)? Boerenkoolvoetbal? Ouderwets kick and rush? Lange halen, gauw thuis? Flipperkastvoetbal? Twijfel, lastig kiezen. Illustratief was in elk geval de halve minuut, halverwege de eerste helft, waarbij de bal hoog door de lucht telkens op en neer ging tussen beide ploegen. ‘Spel op hoog niveau’, zou je daarover kunnen zeggen. Maar dat is van minstens net zo’n laag ontzettend niet-grappig niveau als de opmerking ‘Hij is van het padje’, die ik iemand hoorde bezigen toen Groningen-keeper Sergio Padt groggy op de grond lag.


Wie ook weer voor vermaak zorgde, was de VAR. Vanaf mijn tribuneplaats leek de kamikazeactie van Jerold Promes geheid rood, al dient te worden opgemerkt dat je vanaf mijn tribuneplaats eigenlijk niets ziet. De VAR draaide de rode kaart terug en bezorgde VVV daarmee mogelijk dat ene punt. Even onder ons gezegd en gezwegen: van mij had de rode kaart voor Jerold ook wel gehandhaafd mogen blijven. En wel omdat ik zó ontzettend benieuwd ben naar wat mijn achterbuurman in dat geval zou hebben gezegd bij de volgende corner voor VVV. Al meer dan een jaar lang zegt hij namelijk bij elke – en als ik zeg ‘elke’, bedoel ik ook ‘elke’ – VVV-corner tegen z’n partner: ‘Let op Jerold Promes, hij gaat scoren!’ Zou hij nu bij de volgende corners dan tegen haar hebben gezegd: ‘Let op Nils Röseler, hij gaat scoren!’ En wat als Nils Röseler inderdaad uit een corner zou hebben gescoord – iets dat Jerold Promes nóóit doet? Zou hij dan bij volgende wedstrijden zijn blijven volharden in ‘Let op Jerold Promes, hij gaat scoren!’? Of zou het dan voortaan ‘Let op Nils Röseler, hij gaat scoren!’ zijn geworden?


Mijn hoogtepunt van de middag beleefde ik al een half uur voor de aftrap. In ruim veertig jaar voetbalstadionbezoek had ik namelijk nog nooit een stadion betreden via pallets. Op deze heuglijke dag beleefde ik evenwel mijn première in dezen, en dan ook nog in mijn eigen vertrouwde Koel.

vrijdag 7 december 2018

Feyenoord – VVV

Mijn top 5 van Feyenoord-VVV-van-gisteren-belevenissen, in oplopende graad van aangenaamheid:

5. Het kaartje
Het kaartje van 4 november moeten we onderaan de trappen inleveren. ‘Mag ik het alsjeblieft houden, als aandenken aan die gestaakte wedstrijd?’ Kan niet, mag niet, gaat niet. Boven bij de ingang van het vak krijgen we een nieuw kaartje, aldus de dienstdoende suppoost. Die niet oogt als een type om mee in discussie te gaan. Mokkend leg ik me neer bij de feiten. Boven bij de ingang van het vak krijgen we géén nieuw kaartje. Gaat natuurlijk helemaal nergens over. Toch is het frustrerend.


4. De wedstrijd
Balbezit in de eerste helft: Feyenoord 81 procent, VVV 19 procent. Zegt genoeg. Zo hoort het natuurlijk ook te zijn als een topclub tegen een kleintje speelt. Toch is het frustrerend.

3. De trein
Met de trein van Rotterdam Centraal naar Rotterdam Stadion en vice versa. Het wachten tot de trein uitpuilt, de voor- en napret, het voor- en nakaarten, de oudjes die Beertje Kreijermaat en Henk Schouten nog in De Kuip hebben zien spelen, de verwachtingsvolle jongetjes met hun even gelouterde als trotse vaders, de spontane gesprekken. Het is allemaal zó mooi.

2. Het applaus
Steven Berghuis en Tonny Vilhena worden gewisseld. Ze trekken een trainingsjack aan en lopen van de dug out langs de tribunes richting kleedkamer. Ze worden uitbundig toegejuicht door de Feyenoord-aanhang.
Robin van Persie wordt gewisseld. Hij trekt een trainingsjack aan en loopt van de dug out langs de tribunes richting kleedkamer. Hij wordt uitbundig toegejuicht door de Feyenoord-aanhang. Én door de VVV-aanhang. Noem me sentimenteel, maar dat ontroert me.  


1. De eksters
Als ik aan vogels en Feyenoord dacht, dacht ik tot gisteren altijd aan meeuwen en duiven. Meeuwen omdat die na een wedstrijd altijd neerstrijken op het veld én omdat Eddy Treijtel ooit tegen Sparta met een uittrap een meeuw velde. Duiven omdat ik die wel eens had waargenomen in de nok van de tribunes van De Kuip.
Als ik aan vogels en Feyenoord denk, zal ik voortaan altijd aan eksters denken. Geen duiven ditmaal in de nok van het bezoekersvak, maar elkaar achtervolgende en luid schetterende eksters. Zó luid dat ze het stadionlawaai overstemmen. Leidt af van de wedstrijd. Wat in dit geval niet zo heel erg is.

zondag 2 december 2018

Heracles – VVV

Zoals sommige kunstenaars altijd hetzelfde werk lijken te maken, zoals sommige zangers altijd hetzelfde liedje lijken te zingen, zo lijkt VVV uit tegen Heracles altijd dezelfde wedstrijd te spelen. Namelijk een baggerwedstrijd.


Het begon al met die regen, met die belachelijke kunstgrasmat, met die rode shirts, met al dat papier op het veld. En als zelfs de Heilige Larsje er dan al na een minuut een potje van maakt, weet je wel zo ongeveer hoe laat het is. Daarna kwam het inderdaad nooit meer goed. Behalve met Larsje dan. De chauvinistische Engelsen noemen de redding van Gordon Banks op de kopbal van Pele tijdens het WK van 1970 nog altijd de Greatest Ever Goalkeeper Save.


Graag wil ik de redding van Larsje op de inzet van Joey Konings na 85 minuten en 58 seconden zonder enig chauvinisme nomineren voor de nieuwe Greatest Ever Goalkeeper Save.


Verder misschien maar niet te veel woorden vuil maken aan deze wedstrijd. Gedeprimeerd onderuit hangend thuis op de bank, bedacht ik mezelf dat als ik de wedstrijd met één woord zou moeten karakteriseren, dat woord ‘geplaar’ zou zijn. Volgens het Horster woordenboek betekent plare ‘hárd waerke, wát wiënig óplevert’. Op internet kwam ik een vertaling tegen die wat mij betreft beter de lading dekt: ‘klungelen’. Geplaar, geklungel, bagger.


Mag ik het daar dit keer bij laten?

zondag 25 november 2018

VVV – AZ

1. Voorjaar 1979. Het tegen degradatie strijdende VVV speelt in De Koel een inhaalwedstrijd tegen AZ. Geen idee of ze kloppen, maar vier aspecten van de wedstrijd staan in m’n geheugen gegrift: 1. de wedstrijd werd op een doordeweekse avond gespeeld; 2. AZ, meestrijdend in de top van de ere-divisie, is superieur, maar komt niet verder dan een magere 1-0; 3. terwijl we al richting uitgang lopen, gebeurt het ongelooflijke: in de 94e minuut bezorgt Willy Bothmer VVV met een afstandsschot alsnog een puntje; 4. de extase waarin ik daarna verkeer.


2. 25 november 2018. Bijna veertig jaar later, weer in De Koel tegen AZ, ditmaal geen inhaalwedstrijd. Inzet ditmaal: de vierde plaats op de ranglijst. Opnieuw is AZ superieur, opnieuw weet AZ dat niet in de score tot uiting te brengen. Ditmaal komt het niet verder dan een magere 2-1. En dan gebeurt in de 94e minuut opnieuw het ongelooflijke. De Willy Bothmer van nu heet Patrick Joosten. Opnieuw verkeer ik in extase. Vijf seconden dan. Want buitenspel. Of toch niet? Nee dus, zegt de VAR. Maar mijn extase ben ik kwijt.


3. Hoofdrolspeler was weer eens de VAR. Ik houd niet van de VAR. De VAR brengt hoop en vertwijfeling. Dat verhoogt het spektakel, kun je zeggen. Maar de VAR temt tegelijkertijd emoties. De vreugde en het verdriet worden door de VAR verzacht, ze zijn minder groot, minder intens, minder puur. En dat verlies weegt veel zwaarder dan de winst van de introductie van de VAR.


4. Mijn top 3 van vanavond in mijn tribuneomgeving gehoorde slechte grappen: 3. ‘Verstappen heeft sneller een pitstop gemaakt dan dat Seuntjes zich draait’; 2. ‘Je krijgt geen pakje in je schoen van de Sint, hoor Manschot!; 1. ‘Heb je het koud? Het heet hier niet voor niets De Koel.’

zondag 11 november 2018

VVV – Fortuna Sittard

26e minuut: helft van de helft van Fortuna. Susic speelt Hem de bal door de lucht aan. Vervelende bal eigenlijk. Niet voor Hem. Met Zijn rug naar het doel neemt Hij de bal ineens uit de lucht en opent op rechts naar Rutten. ‘Geluk, Hij had Rutten helemaal niet gezien’, zegt T., mijn tribunegenoot. Ik weet wel beter.


56e minuut: Rutten stuurt Hem op rechts de diepte in. Zonder dat Hij de bal aanneemt slingert Hij de bal ter hoogte van het strafschopgebied hoog door de lucht helemaal naar links, naar Grot. ‘Is dit de bedoeling?’, hoor ik commentator Frank Snoeks thuis later zeggen. In het stadion uit ik woorden van gelijke strekking richting T. ‘Natuurlijk had Hij dat gezien’, zegt T. Hij heeft gelijk: hoe kan ik nou ook aan Hem twijfelen? Hij ziet alles.


Als ik me over een week, een maand, een jaar, nog íets herinner van VVV – Fortuna Sittard dan zijn het deze twee momenten. Als Lars Unnerstall de Onwankelbare Toren is van VVV, dan is Ralf Seuntjens het Alziend Oog. Een niet ogend Alziend Oog. Dat niet ogende is de reden dat de door mij hoog geachte T. – tot mijn grote frustratie – altijd een beetje lacherig doet over het Alziend Oog. Of moet ik zeggen ‘deed’? Heeft die bal in de 56e minuut hoog door de lucht helemaal naar links, naar Grot, T. dan eindelijk tot inzicht gebracht? Was dít zijn bekering tot het Alziend Oog? Dat zou me nog meer waard zijn dan die drie punten.


Het Alziend Oog doet me altijd een beetje denken aan Matthew Le Tissier, cultheld van Southampton in de jaren negentig van de vorige eeuw. Zelfde lichaamsbouw, zelfde slepende tred. Evenmin gracieus, eveneens traag ogend. Eveneens een perfecte balbehandeling, eveneens in staat oplossingen te zien die normale stervelingen nooit zullen zien.


De Onwankelbare Toren of het Alziend Oog: wie zou ik het meest missen? Eerlijk? Nou dan: het Alziend Oog – laat de Onwankelbare Toren het niet horen.  

zondag 4 november 2018

Feyenoord – VVV (2)

1498   seconden in auto’s op en neer naar stations gezeten
14766 seconden in treinen gezeten
3713   seconden op treinen gewacht
1784   seconden in trams gezeten
326     seconden op trams gewacht
258     seconden op stadiontrappen gelopen
846     seconden van tram naar stadioningang gelopen
4537   seconden op een Kuipstoeltje gezeten
3128   seconden van stadion naar station gelopen

voor

36       seconden voetbal

en

0         seconden spijt



 

donderdag 1 november 2018

Feyenoord – VVV (1)

Zondag Feyenoord – VVV. Ik ga met de trein. Net als in 1976.


Ik was 11. Voor het eerst in vijftien jaar speelde VVV weer eens in de ere-divisie. Om de veertien dagen puilde De Koel uit. VVV was hot. Zó hot dat op zondag 5 december een speciale supporterstrein naar Rotterdam zou rijden voor Feyenoord-VVV. Natuurlijk moest en zou ik mee. Voor de eerste keer naar De Kuip en dan nog wel voor Feyenoord-VVV! Dat kwam evenwel absoluut niet im Frage: als bij ons thuis één dag heilig was, dan wel 5 december. Mijn ouders waren onvermurwbaar, ik ontroostbaar. Maar ziedaar, voor één keer zat het mee: de wedstrijd werd afgelast en twee weken later opnieuw geprogrammeerd. Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Wonder boven wonder bleken nog kaartjes beschikbaar en zo spoorde ik op 19 december met mijn vader, een oom en een neefje in een volle trein – drieduizend supporters volgens Dan wordt een goal geboren …,  maar dat lijkt me aan de wel erg hoge kant – naar Rotterdam. Een bijzondere ervaring. Zó bijzonder, dat ik er dezelfde dag nog een verslag van maakte:


De heenreis
Vanmorgen om half tien gingen we [neef] P.V. in Blerick ophalen. Hij ging samen met J., J. en Wim Moorman naar de voetbalwedstrijd Feijenoord-VVV. We gingen daarheen met de trein. Om kwart over tien waren we weer in Horst. Daar wachtten we een half uur. Daarna reden we naar het station Horst-Sevenum. Nadat we daar eventjes hadden gewacht kwam daar om elf uur de trein aan. Nadat we nog een joekskapel gehoord en gezien hadden stapten we in de overvolle trein. We kwamen o.a. langs de volgende steden: Helmond, Eindhoven, Tilburg, Breda en Dordrecht. In Eindhoven had de trein vijf minuten stilgestaan. We kwamen om kwart voor één aan in Rotterdam. Daar stapten we vlak voor de “Kuip” uit de trein. Nadat we nog even naar een goed plaatsje hadden gezocht zaten we om kwart over één op de overdekte zittribune.


De wedstrijd
Nadat we nog drie kwartier in het koude stadion hadden gezeten begon de wedstrijd om twee uur. Na 45 seconden scoorde Dick Schneider 1-0. Dit was een fikse tegenvaller voor de VVV-spelers en supporters. Na dit doelpunt riepen de Feyenoord supporters al “tien, tien …”. Iedereen dacht dat Feyenoord nu gemakkelijk de overwinning zou behalen. Het tegendeel was echter waar. De Feyenoord-aanvallers konden niet door de VVV-verdediging komen. Tot de rust bleef de stand 1-0 voor Feyenoord. Na de rust was VVV zeer goed. In de 53-ste minuut kreeg VVV een vrije schop. Albert van der Weide nam deze vrije trap. Hij schoof de bal zeer onverwachts naar de op rechts vrijstaande Marinus van Dinter. Deze trapte de bal keihard achter de verbaasd toekijkende keeper Eddy Treytel. De stand was nu dus 1-1 geworden.


Na dit doelpunt moest Feyenoord wel naar voor. De Duitse keeper van VVV – Vieten – kreeg het nu druk. Maar wederom bleek hij een betrouwbaar sluitstuk te zijn. Feyenoord bleef in de daaropvolgende 25 minuten de bal alleen maar hoog voor de goal gooien. Dit had echter geen succes. VVV daarentegen kreeg nog een paar goede kansen. De beste kans kreeg Stevan Kurcinac twee minuten voor het einde. Nadat hij Van de Korput en Vos met een mooie beweging had omspeeld kwam hij alleen voor keeper Treytel. Stevan had een grote kans, maar … hij schopte in de grond. Hierna kreeg Feyenoord nog wat kansjes maar de stand bleef 1-1. De VVV-supporters waren natuurlijk door het dolle heen. Wie had dit verwacht?’


Veel mooier zou het daarna niet meer worden.

zaterdag 27 oktober 2018

Emmen – VVV

Donderdag. Mailtje van de club: ‘VVV-Venlo is zo’n club, die zit in je genen. En kruipt in je hart. Om daar nooit meer uit weg te gaan! We kennen het gevoel! Zonder jullie kan VVV niet bestaan. Bedankt voor jullie onvoorwaardelijke geloof in onze prachtige club!’ Tot tranen toe geroerd. Ik doe er toe! Zonder mij kan onze prachtige club niet bestaan. Meer dan veertig jaar heb ik me afgevraagd wat daar toch op een bepaald moment in m’n hart was gekropen en er sindsdien nooit meer uit is weggegaan. En nu dan eindelijk het verlossende antwoord: VVV, onze prachtige club! Zou het feit dat er geelzwart bloed door m’n aderen stroomt dan misschien eveneens iets van doen hebben met onze prachtige club?  


Vrijdag. Mezelf voor de tweede keer dit seizoen veroordeeld tot de rol van bankzitter. Gezelschap van Larsje, behaaglijk temperatuurtje, natje en droogje binnen handbereik. Alle voorwaarden voor een heerlijk avondje zijn geschapen. Twintig minuten lang het geijkte patroon: VVV controleert, van Emmen geen spoor. 1-0, uitsluitend en alleen dankzij Ralf Seuntjens. Geen vuiltje aan de lucht. En dan ineens die rode kaart. ‘Onbesuisd en dom’, zegt Maurice Steijn er na afloop over. Van je trainer moet je het maar hebben. Onze trainer die toch al geen onvoorwaardelijk geloof in onze linksback lijkt te hebben. Zoals onze trainer ook al geen onvoorwaardelijk geloof in onze vorige linksback (Fleuren inderdaad) leek te hebben. Zit onvoorwaardelijk geloof in linksbacks dan niet in de genen van onze trainer? Is onvoorwaardelijk geloof in linksbacks nooit in het hart van onze trainer gekropen? Zit onvoorwaardelijk geloof in linksbacks überhaupt niet in genen van trainers en kruipt het überhaupt nooit in hun harten? Wat zegt dit over mijn eigen voetbalcarrière? Zou ik het Nederlands elftal hebben gehaald als ik géén linksback was geworden? Mijn onvoorwaardelijke geloof in trainers wankelt ineens. Wat een heerlijk avondje moest worden, is ontaard in een verwarrend avondje.


Zaterdag. Lees nog tien keer het mailtje van donderdag. Glim van trots, ben er weer helemaal bovenop. Doe er nog steeds toe.   

zondag 21 oktober 2018

VVV – ADO Den Haag

‘Goan toch allemoal truuk noa de Kroënenbèrg, boere!’, schreeuwt de man schuin achter me in de 83e minuut. Vak VN5, collectief weggedut in de warme oktoberzon, schrikt wakker. Verrek ja, er is hier een voetbalwedstrijd gaande. Zijn wij, VN5’ers, even vergeten. Maar is het gek? Alle spektakel in deze wedstrijd zit tot dusverre samengebald in de eerste minuut van de wedstrijd: steekpass Ralf Seuntjens – Peniel Mlapa wordt onderuit gehaald door de keeper – penalty – Mlapa zelf schiet onberispelijk in – 1-0. Wedstrijd gespeeld, ADO is machteloos, VVV vindt het verder wel goed.


‘Goan toch allemoal truuk noa de Kroënenbèrg, boere!’, is een schreeuw van frustratie van de man schuin achter me over het stilzwijgen van VN5. VN5 is een vak vol theaterpubliek. Juichen bij een goal, een beschaafd applausje bij een geslaagde actie, licht gefluit bij een onbegrijpelijke beslissing van de scheidsrechter. Daarmee heb je het wel zo’n beetje gehad. Zelfs de massaal gezongen oproep om te gaan staan voor VVV krijgt ons VN5’ers doorgaans niet op de been. En ik? Ik zou willen dat het anders was, maar ik ben het prototype van een VN5’er. Te geremd om mijn emoties te delen met andere tribuneklanten.


‘Goan toch allemoal truuk noa de Kroënenbèrg, boere!’, roept de vraag op waarom de man schuin achter me denkt dat wij VN5’ers allemaal uit Kronenberg komen. De vraag ook waarom hij denkt dat wij VN5’ers allemaal boeren zijn. De vraag ook waarom hij denkt dat boeren collectieve stilzwijgers zijn. De vraag ook of hij misschien een traumatische ervaring heeft opgedaan in Kronenberg of met Kronenbergers. Ik zal de volgende keer eens bij ‘m informeren. Of misschien ook wel niet. Toch te geremd.


‘Goan toch allemoal truuk noa de Kroënenbèrg, boere!’, leidt er wel toe dat wij VN5’ers net op tijd weer helemaal bij de les zijn. Jay-Roy Grot maakt de 2-0 na een ouderwetse scrimmage – om de een of andere reden zijn scrimmages altijd ouderwets – en de overwinning plus de vijfde plaats zijn definitief veiliggesteld. Iedereen tevreden, inclusief wij VN5'ers. En de schreeuwer schuin achter me. Al zal hij vanavond in z’n stamcafé in Boalder, d’n Bookend, Holt-Bliërick of ’t Ven ongetwijfeld de gelegenheid te baat nemen om z’n frustraties over ons VN5’ers te delen met z’n drinkmaten.


Oh ja, niet vergeten te vermelden: de uit 1687 daterende parkeerplaats vóór De Koel is gerenoveerd!

zondag 7 oktober 2018

PSV – VVV


Zondag 12 september 1976 was een bijzondere dag in mijn leven. Zondag 12 september 1976 was de dag van mijn allereerste VVV – PSV. De promovendus tegen de landskampioen. De promovendus won. Met 2-0, doelpunten Stefan Kurcinac en Mikan Jovanovic. Ik was erbij, samen met 15.000 anderen.


In de 42 jaar die volgden op zondag 12 september 1976 speelden VVV en PSV nog 28 competitiewedstrijden tegen elkaar. Meestal was ik erbij, zowel in Venlo als in Eindhoven. Maar 42 jaar lang gebeurde niet meer wat op zondag 12 september 1976 gebeurde: een VVV dat wint. Zelfs niet op 2 augustus 2009, toen VVV onder leiding van een fenomenale Keisuke Honda PSV bij tijd en wijle alle hoeken van het eigen Philips Stadion liet zien. Toch bleef het bij 3-3.


Altijd van PSV winnen zou saai zijn. Maar één keer per decennium mag toch wel? Zodat je weer voor de komende tien jaar tegen het leven bent opgewassen. Is zelfs dat al teveel gevraagd? Blijkbaar wel, want ook gisteren ging het weer mis. Als Ralf Seuntjens die bal er na 18 minuten en 57 seconden nou eens gewoon in had geschoten? Maar ‘als’ – cliché der clichés – telt niet in het leven en al helemaal niet in het voetbal.


Verder business as usual. Ongastvrije ontvangst, behoorlijk vol uitvak, de keuze tussen kijken door een net of kijken door plexiglas, bombastische muziek, muisstil thuispubliek, VVV-supporters in full voice, plichtmatig PSV, reddingen van Larsje, zich tekort gedaan voelende PSV-spelers, -trainers en -supporters, speldenprikkend VVV, niet weggespeeld worden en toch verliezen. En – ik kan het niet ontkennen – mijn frustratie. Mijn gigantische frustratie. Wat zou het leven toch fijn zijn als VVV ooit weer een keer van PSV won.


Zondag 17 maart 2019, 12.15 uur, De Koel: nieuwe ronde, nieuwe kansen.

zaterdag 29 september 2018

Excelsior – VVV

Couch potato ditmaal.


Eerste keer dit seizoen. En meteen gekweld door een schuldgevoel van hier tot gunder. Drie uitwedstrijden op rij zijn ze ongeslagen gebleven, ben ik er één keer niet bij, verliezen ze.

Ligt het aan mij? Zouden ze niet hebben verloren als ik er wel bij was geweest? Ben ik soms de talisman van VVV? Had ik mezelf op moeten offeren en met de supportersbus (grrrr) mee moeten gaan? Misschien een hotelletje in Rotterdam moeten nemen?

En hoe moet dat nu op 26 oktober, een vrijdag, Emmen uit om 20.00 uur? Principes opzij zetten en toch maar gewoon in die supportersbus stappen? Een hotelletje in Emmen nemen? Zijn er eigenlijk wel hotelletjes in Emmen?

Of heeft het toch allemaal geen zin meer? Is de magie voor eens en altijd verbroken omdat ik één keer heb verzaakt?

En wat betekent dit allemaal voor komende zaterdag, PSV uit, de club die ik haat? Kaartje al in huis, ik ben erbij, maar is mijn aanwezigheid nog steeds een garantie voor niet verliezen? Zo ja, moet ik dan mijn voornemen om niet naar Alkmaar, niet naar Almelo, niet naar Den Haag, niet naar Groningen te gaan in heroverweging nemen? Een bad case scenario, maar wat in het geval van het worst case scenario, verliezen in Eindhoven? Durf ik dan nog wel over straat?

‘Kijk, daar loopt ie, de schurk die het onheil over VVV heeft afgeroepen door in een vlaag van lichtzinnigheid te besluiten Excelsior – VVV als couch potato te volgen.’

zaterdag 22 september 2018

VVV – NAC

Tja, wat valt er te zeggen over VVV – NAC?


Dat het geen wedstrijd was die me eeuwig zal bijblijven?
Dat het krachtsverschil eenvoudigweg te groot was?

Dat het scorebord alleen de eerste corner met een waanzinnig deuntje opluisterde?
Dat het scorebord elke wedstrijd een andere verrassing in petto heeft?

Dat de man achter me vond dat Janssen een goede wedstrijd speelde?
Dat ik misschien ook wel vond dat Janssen een goede wedstrijd speelde?

Dat Jerold Promes een standbeeld verdient?
Dat Jerold Promes anders toch op z’n minst een mural verdient?


Dat scheidsrechter Kamphuis zowel voor de wedstrijd als tijdens de rust als na afloop lachte naar de man die keihard ‘Kamphuus’ riep?
  
Dat Susic beter is dan Leemans?
Dat Mlapa een waardig opvolger van Uchebo is?

Dat Hans Kraay jr. er enorm van geniet als het publiek hem oproept z’n jasje uit te doen?

Dat het zo’n beetje de hele wedstrijd regende?


Dat ik in de rust de ene man aan de andere hoorde vragen: ‘Ga je mee naar Roemenië?’
Dat de andere man antwoordde: ‘Naar Roemenië? Hoezo in godsnaam naar Roemenië?’
Dat de ene man antwoordde: ‘Voor de voorronde Europa League’?

Dat Mlapa nog geen liedje heeft waarmee hij wordt toegezongen?
Dat ik benieuwd ben naar de melodie van het liedje waarmee Mlapa in de toekomst zal worden toegezongen?

Dat de man achter me ook nu weer bij elke corner voorspelde dat Jerold Promes ging scoren?
Dat Jerold Promes ook nu weer bij geen enkele corner scoorde?

Dat de goddelijke Lars Unnerstall ook nu weer een geweldige redding verrichtte?
Dat de goddelijke Lars Unnerstall ook nu weer na afloop als enige de moeite nam met z’n fans op de foto te gaan?


Dat de man achter me zei dat we na zes wedstrijden toch al een derde van het benodige aantal punten hebben?

Dat ik hier na thuiskomst voor de zekerheid toch maar een foto van heb gemaakt?

zondag 16 september 2018

De Graafschap – VVV

Alles heeft een eerste keer. De eerste keer dat ik van een wedstrijd van VVV alleen de tweede helft zag, was op woensdag 12 mei 1993 in Almelo tegen Heracles. De eerste helft was drie dagen eerder al gespeeld. Dat zat zo: scheidsrechter Wout Schaap was in de rust afgehaakt met diarree, grensrechter Ruud Bossen zou hem vervangen, maar een nieuwe grensrechter bleek niet voorhanden – de ‘vierde man’ bestond nog niet. De wedstrijd, waarin VVV kampioen van de eerste divisie had kunnen worden, werd gestaakt en drie dagen later uitgespeeld. De eerste helft had ik moeten missen omdat ik zelf moest voetballen, maar de tweede helft liet ik natuurlijk niet aan me voorbijgaan, hoewel op die avond al kampioen worden er intussen niet meer inzat. Samen met m’n vader reed ik voor drie kwartier voetbal naar Almelo. We zagen er VVV de in de eerste helft opgebouwde 1-0 voorsprong behouden. Vier dagen later volgde thuis tegen RBC alsnog het kampioenschap.


Sommige dingen hebben ook een tweede keer. De tweede keer dat ik van een wedstrijd van VVV alleen de tweede helft zag, was gisteren in Doetinchem tegen De Graafschap. Het plan was goed: met de in Melderslo woonachtige schoonouders van De Graafschap-speler Stef Nijland zouden we eerst in de uiterste zuidwesthoek van Drenthe de ‘art-expedition’ Into Nature bezoeken, waarna we naar Doetinchem zouden rijden om daar de drie door Stef klaargelegde kaartjes in ontvangst te nemen en vervolgens de eretribune te bestijgen.


Maar Into Nature was prachtig en werd naarmate de dag vorderde verdorie almaar prachtiger. Terwijl de klok maar door bleef tikken. Met als gevolg dat we Drenthe veel te laat achter ons lieten. Het zal zo ongeveer ter hoogte van de Woeste Hoeve zijn geweest dat Tino-Sven Susic VVV op een 1-0 voorsprong zette. En ik denk dat we in de buurt van Stegeslag waren toen Danny Post de 2-0 maakte. De rust was al aangebroken toen we Doetinchem dan eindelijk bereikten. Camper geparkeerd en in een razend tempo op de fiets (m’n eerste keer per fiets naar een uitwedstrijd van VVV!) naar De Vijverberg. In gloeiende haast de De Graafschap-tractor gepasseerd,


snel-snel de kaartjes in ontvangst genomen en in vliegende vaart met de roltrap (een decadentie boeren onwaardig) naar de eretribune. Om daar nog net de aftrap van de tweede helft te zien en te constateren dat Stef in de rust was gewisseld.


Valt er nog wat over de wedstrijd te zeggen? Weinig. 43 minuten lang was De Graafschap machteloos en speelde VVV zo soeverein als ik VVV in de ere-divisie nog maar zelden heb zien spelen. Pas de laatste zes minuten werd het leuk. En uiteindelijk was de godsgelijke Lars toch weer de held van de avond door in blessuretijd die kopbal tegen de paal te duwen.


Daarna op de fiets weer terug naar de camper. Gestopt bij een cafetaria. Frites met een groentekroket genuttigd in de camper (m’n eerste keer frites met groentekroket in een camper na afloop van een uitwedstrijd van VVV!). De terugreis. Lege autowegen. Genieten van de muziek. De dag uitvoerig nabeschouwen. De lust om naar Zuid-Frankrijk door te rijden. Waarom hebben we dat eigenlijk niet gewoon gedaan?