Alles heeft een eerste keer. De eerste keer dat ik van een wedstrijd van VVV
alleen de tweede helft zag, was op woensdag 12 mei 1993 in Almelo tegen
Heracles. De eerste helft was drie dagen eerder al gespeeld. Dat zat zo: scheidsrechter
Wout Schaap was in de rust afgehaakt met diarree, grensrechter Ruud Bossen zou
hem vervangen, maar een nieuwe grensrechter bleek niet voorhanden – de ‘vierde
man’ bestond nog niet. De wedstrijd, waarin VVV kampioen van de eerste divisie
had kunnen worden, werd gestaakt en drie dagen later uitgespeeld. De eerste
helft had ik moeten missen omdat ik zelf moest voetballen, maar de tweede helft
liet ik natuurlijk niet aan me voorbijgaan, hoewel op die avond al kampioen
worden er intussen niet meer inzat. Samen met m’n vader reed ik voor drie
kwartier voetbal naar Almelo. We zagen er VVV de in de eerste helft opgebouwde 1-0
voorsprong behouden. Vier dagen later volgde thuis tegen RBC alsnog het
kampioenschap.
Sommige dingen hebben ook een tweede keer. De tweede keer dat ik van een
wedstrijd van VVV alleen de tweede helft zag, was gisteren in Doetinchem tegen
De Graafschap. Het plan was goed: met de in Melderslo woonachtige schoonouders
van De Graafschap-speler Stef Nijland zouden we eerst in de uiterste
zuidwesthoek van Drenthe de ‘art-expedition’
Into Nature bezoeken, waarna we
naar Doetinchem zouden rijden om daar de drie door Stef klaargelegde kaartjes
in ontvangst te nemen en vervolgens de eretribune te bestijgen.
Maar Into Nature was prachtig en werd naarmate de dag vorderde verdorie almaar
prachtiger. Terwijl de klok maar door bleef tikken. Met als gevolg dat we
Drenthe veel te laat achter ons lieten. Het zal zo ongeveer ter hoogte van de
Woeste Hoeve zijn geweest dat Tino-Sven Susic VVV op een 1-0 voorsprong zette.
En ik denk dat we in de buurt van Stegeslag waren toen Danny Post de 2-0 maakte.
De rust was al aangebroken toen we Doetinchem dan eindelijk bereikten. Camper
geparkeerd en in een razend tempo op de fiets (m’n eerste keer per fiets naar
een uitwedstrijd van VVV!) naar De Vijverberg. In gloeiende haast de De
Graafschap-tractor gepasseerd,
snel-snel de kaartjes in ontvangst genomen en in vliegende vaart met de roltrap
(een decadentie boeren onwaardig) naar de eretribune. Om daar nog net de aftrap
van de tweede helft te zien en te constateren dat Stef in de rust was
gewisseld.
Valt er nog wat over de wedstrijd te zeggen? Weinig. 43 minuten lang was De
Graafschap machteloos en speelde VVV zo soeverein als ik VVV in de ere-divisie
nog maar zelden heb zien spelen. Pas de laatste zes minuten werd het leuk. En
uiteindelijk was de godsgelijke Lars toch weer de held van de avond door in
blessuretijd die kopbal tegen de paal te duwen.
Daarna op de fiets weer terug naar de camper. Gestopt bij een cafetaria.
Frites met een groentekroket genuttigd in de camper (m’n eerste keer frites met
groentekroket in een camper na afloop van een uitwedstrijd van VVV!). De
terugreis. Lege autowegen. Genieten van de muziek. De dag uitvoerig nabeschouwen.
De lust om naar Zuid-Frankrijk door te rijden. Waarom hebben we dat eigenlijk niet
gewoon gedaan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten