zondag 26 augustus 2018

FC Utrecht - VVV

1. Het draaiorgel
Meer dan veertig jaar voetbalwedstrijden bezoeken en dan toch nog een primeur beleven: een draaiorgel dat voor de ingang van het stadion staat te spelen. Hoe charmant.


2. De man achter ons
‘Oh, nee hè, daar begint ie weer. En maar trekken, aan z’n shirtje, aan z’n broek, aan z’n sokken, aan z’n handschoenen. En dat een hele wedstrijd lang. Hij blijft maar bezig. Hé, Jensen, je bent een trekpop!!! Hou nou toch eens op man, met je getrek. Vroeger doken keepers in de modder. Is er tegenwoordig niet meer bij. Want dan zit het allemaal niet meer goed. En dan gaan ze nog meer trekken. Kijk, daar trekt ie weer aan z’n shirt. En nou aan z’n broek. Hou op!!! Oh, nou heeft ie de bal weer gehad. Zal je zien dat ie dadelijk weer gaat trekken. En verdomd als het niet waar is! Man, man, man. Jensen, ga naar huis! Trekpop!’

3. Het stadion
De Galgenwaard wordt zwaar onderschat. Ooit heeft een of andere nitwit gezegd dat stadions dichte hoeken dienen te hebben. Iedereen heeft dat sindsdien voor waar aangenomen. Onzin. Vier losse tribunes zijn veel imposanter. De Galgenwaard vormt het bewijs. Stadions als die van Heerenveen en Twente kunnen echt niet tippen aan De Galgenwaard. Dat het er altijd tocht, moeten we maar voor lief nemen.



4. De worstverkoper
Na een half uur loopt ineens een man in doktersjas en met in z’n hand een tas de tribune op. Een calamiteit? Nee, de dokter verkoopt stukjes worst.

5. De tijdrekker
Spelregel 12, punt 2: ‘Een indirecte vrije schop wordt toegekend indien een doelverdediger, binnen zijn eigen strafschopgebied, langer dan zes seconden de bal in zijn handen houdt, voordat hij deze weer in het spel brengt.’ Lars Unnerstall zondigt gemiddeld dertig keer per wedstrijd tegen deze regel. Nooit wordt hij ervoor bestraft. Goden zijn boven de wet verheven.


6. De wedstrijd
Belabberd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten